25

 

 

 

 

Perez lunchte met Roy Taylor in de bar van het hotel waar het team uit Inverness logeerde. Taylor had dat voorgesteld. ‘Gewoon even praten,’ had hij gezegd. ‘Dan kun je me vertellen hoe je gesprek met Hunter is gegaan. En we kunnen bespreken hoe we nu verder moeten.’ Perez vond het niet erg. Zondag was voor zijn moeder de dag voor lange telefoongesprekken en hij had nog steeds geen antwoord voor haar. Op de terugweg was hij langs het bureau gereden en had hij zijn hoofd even om de hoek van de deur van de teamkamer gestoken. Taylor had de persconferentie gedaan en daarna waren er talloze telefoontjes binnengekomen. Maar iets bruikbaars zat er niet bij. Niet voor dit stadium van het onderzoek. Voor het merendeel waren het mensen die melding maakten van auto’s die ze niet herkenden, op de weg ten zuiden van Lerwick op de avond van 4 januari. En er waren een paar mensen die Catherine op het feest in de Haa hadden gezien.

Het was druk in de bar van het hotel, allemaal mensen die er hun zondagse lunch kwamen gebruiken. Het merendeel van hen herkende Perez, maar ze konden zien dat hij bezig was en lieten hem met rust. Taylor maakte een moedeloze indruk. Zwijgend luisterde hij toe terwijl Perez zijn verhaal over het gesprek met Duncan Hunter vertelde. Taylor had twee grote glazen bier gehaald zodra ze waren binnengekomen maar had het zijne amper aangeraakt. Ze zaten in een schemerige hoek waar niemand mee kon luisteren.

‘Ik heb meneer Ross gebeld en gevraagd of hij die camcorder wilde opzoeken,’ zei Perez. ‘Als Catherine op het feest heeft gefilmd, kunnen we zien wie daar nog meer waren.’

Taylor keek op van zijn glas. ‘Ik had verwacht dat we in een dag tijd meer vorderingen zouden maken. Dat we de zaak aan het eind van het weekend afgerond zouden hebben. Maar het blijkt gecompliceerder te zijn dan ik had gehoopt.’

Perez bedacht dat de Engelsman naar Shetland was gekomen met het idee dat het ging om een simpele zaak die hij snel kon oplossen, om vervolgens thuis als held binnengehaald te worden.

Taylor nam een slokje bier. ‘Is er iets wat we over het hoofd hebben gezien?’

‘Alex Henry,’ zei Perez. ‘De man van de onderwijzeres. We hebben zijn verklaring opgenomen omdat hij als tweede op de plaats delict was, maar niemand heeft nog echt met hem gepraat. Als we de moord op Catherine Ross inderdaad in verband brengen met de verdwijning van Catriona Bruce, zouden we dat misschien moeten doen. Hij woont vlak bij het huis waar beide meisjes hebben gewoond.’

‘Woonde hij daar al toen Catriona verdween?’

‘Margaret Henry is al jarenlang onderwijzeres in Ravenswick. Ze heeft Catriona in de klas gehad. Haar verklaring zit in het dossier. Het is zelfs mogelijk dat zij de laatste persoon is die haar heeft gezien voordat ze verdween. Ze zegt dat ze Catriona die middag de heuvel naar Hillhead op heeft zien rennen. Dat was op een zaterdag. Er was geen school.’

‘Is hij toen ondervraagd, Alex Henry?’

‘Ja, maar niet al te uitgebreid. Iedereen was ervan overtuigd dat Magnus Tait de dader was.’

‘Wat is hij voor iemand?’

‘Er valt niet zoveel over hem te vertellen. Hij is wetenschapper. Hoofdconservator voor de Shetlandse overheid. Het is zijn taak om het natuurbeheer van Shetland te volgen en plannen van aanpak te maken. Zijn functie werd oorspronkelijk gefinancierd met het geld van de olieopbrengsten. Hij neemt zijn werk heel serieus. Hij heeft een paar vijanden gemaakt; je weet hoe het gaat. Hij heeft protest aangetekend tegen de bouw van huizen op een terrein waar zeldzame planten groeiden. En de vissers hebben de pest aan hem omdat hij ze met processen dreigt als ze op zeehonden blijven schieten. Maar hij is een rustige man. Een gezinsmens. Misschien een beetje een eenling.’

‘Zullen we dan nu met hem gaan praten?’

‘Wil je mee?’

‘Toe, Jimmy, alsjeblieft.’ En Taylor glimlachte, een kinderlijke glimlach als van een jongetje dat graag met de grote jongens mee wilde doen. Perez zei maar niet dat hij als leider van het onderzoek kon doen wat hij wilde.

‘Ik zal hem bellen. Vanmiddag, oké?’

‘Heb je geen privéleven, Jimmy? Iemand met wie je je vrije zondagmiddag wilt doorbrengen?’

‘Dat kan wel wachten.’

Alex Henry had zijn kantoor in het museum, een log, grijs gebouw vlak bij de bibliotheek, op de heuvel bij de haven. Hij kon hen daar ontvangen, zei hij. Toen ze bij het museum aankwamen, brandde er licht en was de deur open. Alex stond bij het aanrecht in de hoek en had een fluitketel in zijn hand. ‘Ik was thee aan het zetten,’ zei hij. ‘Hebben jullie daar trek in? Maar ik heb alleen melkpoeder.’

Hij was een hoekige, zwaargebouwde man. Perez zag hem voor zich op een boot. Hij had een laag zwaartepunt en zou zich in een storm goed staande kunnen houden. Hij had een handgebreide trui aan en een te wijde spijkerbroek, zo te zien afkomstig van een postorderbedrijf waaraan hij niet de juiste maat had opgegeven.

‘Je vindt het toch niet erg dat we het gesprek hier voeren in plaats van thuis, Jimmy?’ vroeg hij. ‘Het is een moeilijke tijd, vooral voor Sally. Ze wordt er steeds aan herinnerd, waar we ook zijn.’

‘Geen punt.’

Het kantoor was erg klein en ze gingen in het museum zelf zitten, te midden van de tentoongestelde stukken, de schaalmodellen van prehistorische torens en vikingschepen, de stoelen en de spinnewielen. Er was een speciale tentoonstelling over Up Helly Aa. Die zou niet lang blijven, vermoedde Perez. Het festival was voor de politie altijd een nachtmerrie. De eilanden vol met bezoekers en toeristen. De vreugdevuren. De drank.

‘Wat kan ik voor jullie doen?’

‘Het is mogelijk dat de dood van Catherine in verband staat met de verdwijning van het meisje van Bruce,’ zei Perez. ‘We praten met iedereen uit Ravenswick en de directe omgeving. Je weet dat we alle invalshoeken moeten bestuderen.’

‘Natuurlijk.’

‘Kun je ons vertellen wat je je van Catriona herinnert?’

‘Nu, na al die tijd, niet veel meer. Toen was het een afschuwelijke zaak. Iedereen was diep geschokt. We hadden Sally toen al. Ze was nog maar klein en ik kon me nauwelijks voorstellen wat de Bruces op dat moment moesten doormaken. Toen het gebeurd was, dacht je dat het uitgesloten was dat je het ooit zou vergeten. Het was het enige waar de mensen over praatten.’

Het verbaasde Perez een beetje dat de man zo coöperatief was. Hij kende hem niet goed, maar Alex was nooit iemand geweest die met informatie strooide. Als de Henry’s als echtpaar uitgingen, was het altijd Margaret die het woord deed. Alleen als hij over de natuur van het eiland begon, was hij bijna niet meer te remmen.

‘Wat zeiden de mensen?’

‘Dat Magnus haar had vermoord. Zijn vader was overleden. Hij had alleen zijn moeder nog maar. Het was Mary, de oude dame, die hun boerenbedrijfje gaande hield. Ze was over de tachtig en broodmager toen ze overleed, maar zo sterk als een os. Een indrukwekkende vrouw. Magnus deed het merendeel van het werk, maar alleen wat zij hem opdroeg. En ze wilde geen kwaad woord over hem horen. Ik herinner me de keer dat er voor hun huis een groepje mensen was samengedromd, dat ze naar Magnus riepen dat hij zich moest aangeven en moest vertellen waar hij het lichaam van het meisje had verstopt. De oude dame kwam naar buiten en schreeuwde: “Mijn Magnus is een goeie jongen. Hij heeft niemand kwaad gedaan.” Iedereen had bewondering voor haar omdat ze het voor hem opnam, maar veel hielp het niet. Ze bleven hem verdenken.’

‘En jij? Wat geloofde jij?’

‘Ik vind het moeilijk om ergens een stellig standpunt over in te nemen, tenzij er voldoende bewijs is. Daar ben ik te veel wetenschapper voor, denk ik. Volgens mij was er toen geen bewijs om hem te veroordelen. En ik dacht dat áls hij haar had vermoord, misschien in een vlaag van woede, of – wat meer voor de hand lag – per ongeluk, dat hij het zou hebben toegegeven. Ik kon me niet voorstellen dat hij erover zou liegen. Maar ik had ook geen andere verklaring voor wat er met het meisje gebeurd kon zijn.’

‘Is Catriona wel eens bij jullie thuis geweest?’

‘Ja, af en toe. We waren bevriend met haar ouders. Niet dat we de deur bij elkaar plat liepen. Zo zijn Margaret en ik niet. Maar op feestdagen wel. Op tweede kerstdag kwamen ze meestal bij ons eten. En wij gingen op oudejaarsavond naar hen toe. Dan namen we Sally mee, legden haar boven in bed en droegen haar later slapend naar huis. Je weet hoe het gaat.’

Ja, dacht Perez, ik weet hoe het gaat. Is dat wat mij te wachten staat als ik terugga naar Fair Isle? Alles gepland en elk jaar hetzelfde?

‘Wat waren het voor mensen, de ouders?’

‘Rustige, vriendelijke mensen. Kenneths vader had altijd op het land bij het huis gewerkt en dat was het enige wat Kenneth ook wilde, al sinds hij een kleine jongen was. Maar nadat Catriona was verdwenen, kon hij het niet meer aan. Ze hebben het huis en het land apart verkocht en zijn naar het zuiden gegaan.’

‘Waren er wel eens problemen thuis? Heb je nooit vermoed dat de ouders er misschien mee te maken konden hebben?’

‘Nee, nooit. Het speelt altijd wel even door je hoofd, nietwaar, als er een kind wordt vermist en je de vader op televisie ziet. Ik vraag me af of jij het geweest kunt zijn, denk je dan, of je daar toneel zit te spelen. Dat is er van ons geworden. We kunnen niemand meer vertrouwen. Maar met Kenneth en Sandra, nee, hebben we dat nooit gedacht. Niet één keer.’

‘Hadden ze nog meer kinderen?’

Natuurlijk hadden ze nog meer kinderen, wist Perez. Hij had het dossier talloze keren doorgespit. Maar hij kon zich beter in het gezin inleven wanneer Alex over hen vertelde dan door al die pagina’s getuigenverklaringen te lezen.

‘Er was nog een jongetje. Brian. Twee jaar jonger dan Catriona. Margaret heeft ze allebei in de klas gehad.’

‘Waar was jij op die dag, Alex? De dag dat Catriona verdween?’

‘Ik was hier aan het werk, zat mijn stukken voor het planningscomité voor te bereiden. Ik ben die dag ook niet naar huis gegaan. Ik had de volgende dag een vergadering in Kirkwall en ben van hier uit naar Sumburgh gereden om op het vliegtuig te stappen. Ik hoorde pas dat Catriona weg was toen ik Margaret ’s avonds belde. Ze zei dat iedereen aan het zoeken was. Ik was ervan overtuigd dat ze haar zouden vinden, ofwel dood, aan de voet van Raven’s Head, ofwel in leven, op de heuvel, verdwaald en doodsbang. Ik heb nooit gedacht dat ze zomaar kon verdwijnen.’

‘Kan ze door het tij zijn meegenomen? Als ze van het klif was gevallen?’ Het was de eerste keer dat Taylor iets zei.

‘Alleen bij een flinke springvloed met een forse wind erachter. Je hebt daar een rotsplateau en een keienstrandje die maar twee keer per jaar door water worden overspoeld. Het was slecht weer maar afnemend tij en de wind stond aflandig. Als ze van het klif was gevallen, had ze daar nog moeten liggen toen het reddingsteam van de kustwacht de volgende dag ging zoeken.’

‘Wat voor soort kind was Catriona?’ vroeg Perez. ‘Margaret heeft het vast wel eens over haar gehad. Was ze iemand die van huis zou weglopen?’

‘Misschien maakte ik me daarom niet al te veel zorgen toen ik hoorde dat ze werd vermist. Ze was een brutaaltje, dat zeker. Heel bijdehand in elk geval. In de klas zat ze zich altijd uit te sloven, vertelde Margaret. Zij vond dat Sandra haar verwende. Maar ze waren al wat ouder, zij en Kenneth. Ze hadden lang moeten wachten voordat ze kinderen kregen.’

‘Dus Catriona was niet gemakkelijk?’

‘Druk,’ stelde Alex. ‘Dat was ze zeker.’

‘Was ze al eens eerder van huis weggelopen?’

‘Niet echt weggelopen. Maar een week voordat ze verdween, had ze wat opschudding veroorzaakt. Niemand kon haar vinden. Kenneth was naar school gekomen om haar te zoeken. Uiteindelijk vonden ze haar op Hillhead. Mary Tait was koekjes aan het bakken en Catriona wilde wachten totdat ze de oven uit kwamen. Mary zei dat ze daarop stond. Ze vertikte het gewoon weg te gaan. Daarom nam iedereen aan dat er iets soortgelijks was gebeurd.’

‘Waar woont het gezin nu?’

‘Dat weet ik niet. Misschien weet Margaret het. Het eerste jaar hebben ze ons nog een kerstkaart gestuurd, maar daarna niks meer.’

‘En wat vond je van Catherine Ross?’

Er viel een vrij lange stilte. ‘Catherine was een jonge vrouw,’ zei Alex ten slotte. ‘Geen kind meer.’

‘Ze was van dezelfde leeftijd als je dochter.’

‘Nou, misschien is Sally ook wel een jonge vrouw maar willen we dat niet zien. Margaret in elk geval niet. Sally is nooit erg zelfverzekerd geweest. Ze is een leuk en aantrekkelijk meisje, alleen niet zo mager als sommigen van die sterren over wie je tegenwoordig leest. Ze is altijd bang dat ze te dik wordt. Catherine was heel anders. Veel zekerder van zichzelf. Meer ontwikkeld. Margaret vond dat niet prettig. Ze dacht dat Sally door haar werd overschaduwd en dat ze Sally gebruikte.’

‘En wat dacht jij?’

‘Ik was blij dat Sally een vriendin van haar eigen leeftijd had, die bovendien vlakbij woonde. Eerst waren we allebei blij. Het moet voor Sally niet gemakkelijk zijn geweest om de dochter van de schooljuf te zijn. Dan ben je van meet af aan een buitenstaander. Ze vond het moeilijk om vriendschap te sluiten met de andere kinderen. Ik heb me zorgen om haar gemaakt, want er was een tijd dat ik vermoedde dat ze werd gepest. Margaret geloofde niet dat het zo erg was dat we ons er zorgen om moesten maken, dus hebben we niet ingegrepen. We hoopten dat het beter zou gaan als ze naar Anderson High ging, maar ook daar scheen ze zich nooit erg gelukkig te voelen. Het bleef gewoon even erg. Ze had nooit vriendinnen, geen enkele. Niet totdat Catherine hier kwam wonen. Misschien deed ze gewoon te veel haar best om erbij te horen en knapten haar klasgenootjes daarop af.’

‘En Catherine bracht daar verandering in?’

‘Sally was in elk geval niet zo vaak meer alleen. Ik ben er niet zeker van hoe diep hun vriendschap ging.’ Hij wachtte weer even. ‘Misschien had Margaret gelijk en gebruikte Catherine haar alleen maar. Maar ik zag het anders. Ik had de indruk dat Sally ongelukkig was. Ze was niet goed in het sluiten van vriendschappen. En ze was nog steeds de dochter van de schooljuf.’

‘Is er nog iets anders wat je ons over Catherine kunt vertellen?’

‘Dat geloof ik niet. Catherine was niet gemakkelijk om mee om te gaan. Ze was altijd beleefd. Je kon merken dat ze een goede opvoeding had genoten. Maar ze was nooit ontspannen. Ze wilde indruk maken. Misschien kan haar vader je vertellen wat er allemaal in dat hoofd omging. Anderen kunnen dat niet, denk ik.’

Perez had de indruk dat het meisje hem had gefascineerd. Dit waren niet de soort dingen die je normaliter zei over de vriendin van je dochter. Alex had geprobeerd haar te begrijpen. ‘Heb je haar wel eens alleen ontmoet?’

Alex keek hem geschrokken aan. ‘Nee, natuurlijk niet. Waarom zou ik?’

‘Wat deed je op de avond die voorafging aan de ochtend dat mevrouw Hunter haar vond?’

‘Toen is het weer laat geworden. Er was een bijeenkomst van het Natuurhistorisch Genootschap. Hun gastspreker had het laten afweten en toen heb ik een praatje gehouden.’ Hij keek op. ‘Er waren dertig mensen. Het was geen briljant betoog, maar ze weten het vast nog wel.’

‘Hoe laat kwam je thuis?’

‘We zijn na afloop nog iets gaan drinken. Eén drankje. Dus het zal ongeveer halfelf geweest zijn toen ik thuiskwam. Misschien iets later.’

‘Sneeuwde het toen?’

‘Nee. Er zat zelfs een opening in de bewolking en je kon een stukje maan zien. Het is pas later gaan sneeuwen.’

‘Heb je iets ongewoons gezien toen je de heuvel af reed?’

‘Een vermoord meisje in het veld, bedoel je? Daar heb ik over nagedacht. Sorry, er is me niets opgevallen, maar dat wil niet zeggen dat het er niet was. Het was flink glad op de weg. Ik moest mijn aandacht er goed bij houden om heelhuids thuis te komen.’

‘Brandde er licht op Hillhead?’

Hij dacht na. ‘Het spijt me; dat kan ik me niet herinneren.’ Hij wachtte even. ‘In Euans huis brandde licht. Dat heeft die grote ramen aan de voorkant. De gordijnen waren niet dicht.’

‘Heb je iemand binnen gezien?’

‘Nee, niemand.’

‘Is dat alles, meneer Henry? Of is er nog iets wat we zouden moeten weten?’

Alex dacht weer na, waardoor Perez dacht dat zijn open vraag deze keer misschien een antwoord zou opleveren. Soms werkte dat. Maar de man schudde alleen zijn hoofd. ‘Nee,’ zei hij. ‘Sorry dat ik jullie niet kan helpen.’ Wat, dacht Perez, niet echt een antwoord op zijn vraag was.

 

Ravenzwart
titlepage.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_000.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_001.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_002.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_003.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_004.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_005.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_006.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_007.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_008.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_009.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_010.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_011.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_012.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_013.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_014.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_015.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_016.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_017.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_018.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_019.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_020.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_021.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_022.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_023.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_024.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_025.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_026.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_027.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_028.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_029.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_030.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_031.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_032.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_033.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_034.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_035.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_036.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_037.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_038.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_039.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_040.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_041.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_042.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_043.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_044.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_045.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_046.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_047.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_048.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_049.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_050.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_051.xhtml
awb - ravenzwart-ebook_split_052.xhtml